Heupgewricht

 

 

Anatomie van het heupgewricht

Het heupgewricht is de schakel tussen het bekken en het bovenbeen. De structuren die het heupgewricht vormen, zijn de heup kop (caput femoris) en de heup kom (acetabulum). De heup kom maakt deel uit van het bekken. De heup is een kogelgewricht, waardoor beweging in vrijwel alle richtingen mogelijk is. Hierdoor kan het bovenbeen naar voor, achter, binnen en buiten en zijwaarts bewegen en draaien. Het gewricht wordt omsloten door het gewrichtskapsel. Dit is een dikke en stevige omsluiting van het heupgewricht. Het kapsel wordt verstevigd door zeer sterke gewrichtsbanden. Aan de randen van de heup kom zit een kraakbeenring (labrum) van ongeveer 3 tot 5 millimeter breed. Het labrum heeft verschillende functies. Zo geeft het extra stabiliteit, omdat het de kom verdiept en sluit het volgens een soort vacuümprincipe de heup af.

Heupklachten

Heupdysplasie

Heupdysplasie is een ontwikkelingsstoornis van het heupgewricht die vaak bij de geboorte al in bepaalde mate aanwezig is. Belangrijke risicofactoren voor het ontstaan van heupdysplasie zijn stuitligging, familiair voorkomen van heupdysplasie, een hoog geboortegewicht en het vrouwelijk geslacht. Heupdysplasie is een vormafwijking in de kom van de heup. De heup kom is te ondiep en te steil waardoor deze geen optimale steun biedt aan de heup kop. Dit leidt tot een ongunstige drukverhoging in het heupgewricht, met name aan de bovenste en voorste rand van de kom. Op termijn kunnen daardoor beschadigingen ontstaan aan het kraakbeen van de heup kom en aan het labrum. Dat is ook het moment waarop de klachten ontstaan. De vormafwijking van de heup op zich geeft dus geen pijn. Heupdysplasie is een risicofactor voor het ontstaan van vroegtijdige artrose van de heup.

Heupimpingement

‘Impingement’ is het Engelse woord voor botsing. Bij heup-impingement is er bij bepaalde bewegingen sprake van ‘botsingen’ tussen de kop en de kom van de heup. Bij heupimpingement is er een vormafwijking van de heup kom of de heup kop waardoor deze botsingen al bij normale bewegingsuitslagen optreden. In extreme eindstanden van bewegingen treden deze botsingen ook bij een normale bouw van het heupgewricht op. Net als bij heupdysplasie is de vormafwijking bij heupimpingement op zich niet pijnlijk, maar ontstaan de klachten als gevolg van de schade aan het labrum en het kraakbeen. Ook heupimpingement is een risicofactor voor het ontstaan van vroegtijdige artrose van de heup.

Fysiotherapie bij heupdysplasie of heupimpingement

Bij heupdysplasie noch heupimpingement zal fysiotherapie leiden tot een afname van de vormafwijking of tot genezing van de labrum- of kraakbeenschade. Fysiotherapeutische behandeling is gericht op het voorkomen van schadelijke activiteiten en het in conditie houden van de musculatuur om zo de klachten in het dagelijks leven te reduceren.

 

Arthrose

Artrose is de meest voorkomende aandoening van het houding- en bewegingsapparaat, waarbij heup- en knie-artrose tot de meest voorkomende lokalisaties behoren. Kenmerkend voor artrose is een langzaam en wisselend progressief verlies van gewrichtskraakbeen. Naast kraak-beenverlies kunnen ook veranderingen plaatsvinden van het subchondrale bot en kan woekering van het bot optreden aan de gewrichtsranden (vorming van zogenaamde osteofyten). Daarnaast kan er sprake zijn van laxiteit van ligamenten en spierzwakte, onder andere als gevolg van inactiviteit. Spierzwakte en overgewicht zijn tevens risicofactoren voor het ontstaan van artrose. Bij heupartrose zie je vaak de volgende kenmerken: leeftijd van 45 jaar of ouder, startpijn en/of -stijfheid bij bewegen, verminderde endorotatie, exorotatie, extensie en flexie van het heupgewricht. Andere typerende kenmerken zijn: langer dan drie maanden pijn (vooral bij belasten), bij zitten geen verergering van de pijn, pijn in de lies of het dijbeen en soms in de bil of lage rug.

Fysiotherapie bij arthrose van de heup

Doordat het kapsel van de heup bij arhrose stijver wordt(minder elastisch) is het aan te bevelen veel in beweging te blijven. Hiervoor komt de fysiotherapeut in beeld. Hij kan middels gerichte oefentherapie het juiste programma voor U maken om zo de arthrose verschijnselen te reduceren. Hierdoor kan U optimaler met de heup blijven functioneren. Verder kan de fysiotherapeut middels gerichte technieken het heupgewricht zelf soepeler maken. Ook is het vaak nodig de omringende gewrichten van het bekken en de lage rug alsmede de knie optimaal te houden.

Heupfractuur

Een heupfractuur oftewel gebroken heup kan plaatsvinden op verschillende plekken in de heup. Zo kan de hals van de heup (collum) breken maar je kan de heup ook net onder de kop of zelfs in de kom breken (zogenaamde collum- of acetabulumfracturen). Hiervoor moeten er grote krachten op de heup inwerken zoals bij een val of botsing. De heup kan ook gemakkelijk breken als men osteoporose (botontkalking) heeft.

Fysiotherapie na een heupfractuur

Omdat men langdurig geïmmobiliseerd geweest is na een heupfractuur is de fysiotherapie erop gericht de beweeglijkheid in het gewricht langzaam weer op te bouwen. Tevens zal de kracht op de botstukken en het gewricht weer langzaam opgebouwd mogen worden. Verder moeten de stabiliserende spieren van de heup weer aangesterkt worden. Hiermee kan Uw fysiotherapeut U uitstekend van dienst zijn.

Uitstralingspijn in de heupregio

Pijn op een andere plek gevoeld dan waar de bron zit noemen we referred pain oftewel uitstralingspijn. In de heupregio kan het dan aanvoelen of de bron van de pijn daar is gelokaliseerd terwijl de bron van de pijn in dit geval van andere origine is. Zo kan het zijn dat deze pijn afkomstig is uit het SI-gewricht (bekken), de lage rug of zelfs de middenrug.

Fysiotherapie bij uitstralingspijn in de heupregio

Als Uw fysiotherapeut vermoed dat de klachten afkomstig zijn uit een andere regio dan zal hij dit met U bespreken en uitleggen wat de uiteindelijke behandeldoelen gaan worden. Zo kan het zijn dat het bekken verkeerd staat of een wervel. Door deze te behandelen wordt de oorzaak van de pijn verholpen en zal de pijn in de heupregio verdwijnen. Vaak dient een aanvullend oefenprogramma te worden opgestart teneinde terugval te voorkomen.